donderdag 25 november 2021

Zij aan zij

‘Mama, je ziet er moe uit’, zegt mijn zestienjarige zoon. Als hooggevoelig zieltje heeft hij me altijd goed kunnen aanvoelen, van kleins af al. Als geen ander doorziet hij me. Zonder woorden. Hij heeft helemaal gelijk, ik ben doodop. 

Ik slik mijn tranen weg. Maar waarom eigenlijk? Waarom zou ik me inhouden? Want we leren onze kinderen dat het belangrijk is om emoties te tonen. Dus ik besluit om die opgekropte tranen toch over mijn wangen te laten rollen. En moe zag ik er al uit, dus een stel gezwollen ogen zal het verschil niet maken.

Dus daar gaan ze, die waterlanders. En god, hoelang heb ik ze eigenlijk opgespaard? Ze blijven maar komen, steeds zwaarder en dikker. Ze ploffen neer op het boek dat op mijn schoot ligt en waar ik maar niet doorgeraak de laatste tijd. Dit is de krop in mijn keel die ik al bijna een jaar heb. Alsof ik toen al ergens het gevoel had dat we naar de pijnlijk harde wereld van vandaag zouden evolueren.

Ik huil en huil, tot het snikken toe dat je als kind weleens had als het verdriet heel erg groot was. Zó lang dat ik niet meer echt gehuild heb, besef ik. Ik schrik er zelf van, en mijn lieve puber ook, merk ik. Ocharme, ik zie dat mijn huilbui hem ontreddert. Maar ergens ben ik blij en trots dat hij dat in me kan losmaken.

Iets wat deze wereld ook wat meer nodig heeft, flitst door mijn hoofd. Zonder oordeel vragen hoe het met iemand gaat, de emoties gewoon toelaten, er zijn voor de ander. Ik weet het, in een wereld waarin je moet presteren, heel erg sterk moet zijn, in het gareel moet lopen, en vooral niet mag zeuren, is daar weinig plaats voor. 

Mijn god, wat moeten we veel. Het beheerst ons hele zijn.  'Ik moet dat vandaag nog afkrijgen', 'ik moet naar die afspraak', 'ik moet nog naar de winkel', 'ik moet straks gaan sporten', 'ik moet …'

Mijn hoofd tolt. Mijn lijf voelt zwaar. Ik denk dat er iets op me hangt, zeg ik tegen mijn zestienjarige. Dat dat de zwaarte is die vandaag in de lucht hangt, en dat ik bang ben in wat voor een wereld hij zal moeten leven, vertel ik er niet bij. 

Hij geeft me de allerdikste knuffel. Alles voelt plots een stuk lichter.

Het vult me met hoop ook. En ik heb besloten dat ik vanaf nu alleen nog maar wil hopen.


Op meer menselijkheid.

Op meer wederzijds respect.

Op meer begrip voor elkaar.

Op meer verbondenheid.

Op meer liefde.

Op meer warmte.

Op een wereld waarin we allemaal weer zij aan zij zullen staan. 


Zoals mijn zestienjarige en ik. <3